KERSTSAMENZANG zondagmiddag 17 december 2023
ZONDAG 17 DECEMBER OM 15.00 UUR
In de Hervormde Kerk te Bennebroek
Organist: Gert Stad
De collecte voor de onkosten is digitaal of via een busje achter in de kerk. U kunt aan de collecte ter bestrijding van de onkosten deelnemen door uw gave over te maken op rek. no. NL60RABO 0306902028 t.n.v. Kerkrentmeesters Hervormde Gemeente Bennebroek, onder vermelding van kerstsamenzang
U bent van harte uitgenodigd om een andere partij te zingen als u die kent.
Hoe zal ik U ontvangen
- Hoe zal ik U ontvangen, / hoe wilt Gij zijn ontmoet,
der wereld hoogst verlangen, / des harten heiligst goed?
Wil zelf uw fakkel dragen / in onze duisternis,
opdat wat U behage / ons klaar en zeker is.
- Ver van de troon der tronen / en ’s hemels zonneschijn
wilt Ge onder mensen wonen, / der mensen broeder zijn.
Met God wilt Ge ons verzoenen, / tot God heft Ge ons omhoog,
en onder millioenen / hebt Gij ook mij in ’t oog.
7 Nog eens zal Hij verschijnen / als richter van ’t heelal,
die ’t hoofd van al de zijnen / voor eeuwig kronen zal.
Nog is die dag verborgen, / wacht hem gelovig af,
terwijl de grote morgen / reeds schemert boven ’t graf.
Gaat stille in den lande
1 Gaat, stillen in den lande, / uw Koning tegemoet,
de intocht is ophanden / van Hem die wondren doet.
Gij die de Heer verwacht, / laat ons vóór alle dingen
Hem ons hosanna zingen. / Hij komt, Hij komt met macht.
5 Juicht nu, trots al uw zorgen, / de Koning komt met macht.
Ons, in zijn hart geborgen / heeft Hij zo rijk bedacht.
Nu zullen angst en pijn / en toorn ons nooit meer schaden.
God wil, in zijn genade, / dat wij zijn kindren zijn.
6 Gaat uit met snelle schreden / uw Koning tegemoet.
Daar komt Hij aangereden, / rechtvaardig, schoon en goed!
Komt nu van overal / uw Heer en Heiland groeten,
die al het leed verzoeten, / de pijn genezen zal.
Nu daagt het in het Oosten
1 Nu daagt het in het oosten, / het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten, / die eeuwig heersen zal.
2 De duisternis gaat wijken / van de eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken / met ongekende pracht.
5 Reeds daagt het in het oosten, / het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten, / die eeuwig heersen zal.
O kom, o kom Immanuel
1 O kom, o kom, Immanuel, / verlos uw volk, uw Israël,
herstel het van ellende weer, / zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israël! / Hij is nabij, Immanuel!
5 O kom, die onze Heerser zijt, / in wolk en vuur en majesteit.
O Adonai die spreekt met macht, / verbreek het duister van de nacht.
Weest blij, weest blij, o Israël! / Hij is nabij, Immanuel!
Opening: Tineke de Vries
Komt allen tezamen
1 Komt allen tezamen, / jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem! / Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden, / komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
3 Het licht van de Vader / licht van den beginne,
zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees: / Goddelijk Kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden, / komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden, die Koning.
4 O Kind, ons geboren, / liggend in de kribbe,
neem onze liefde in genade aan! / U, die ons lief hebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden, / komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
In de stad van Koning David
(melodie: ik kniel aan uwe kribbe neer)
1 In de stad van koning David, / in een nederige stal,
lag een kindje in de kribbe, / ’t was de Koning van ’t heelal.
Jezus Christus, God en Heer, / daald’ op aard als Redder neer.
2 Hij zocht woning op de aarde, / om te redden van de dood,
allen die in Hem geloven, / die Hem zoeken in hun nood.
Jezus Christus, God en Heer, / daald’ op aard als Redder neer.
3 Eenmaal zal Hij wederkomen, / die eens woonde in een stal.
Hij zal komen op de wolken, / zodat elk aanschouwen zal:
Jezus Christus, God en Heer, / daald’ op aard als Redder neer.
’t Is geboren het goddelijk kind
Refrein: ‘t Is geboren, het Godd’lijk Kind,
Komt herders, speelt op uw feestschalmeien.
‘t Is geboren, het Godd’lijk Kind,
Dat ons allen zo zeer bemint.
1 ‘k Zie een engel, die daar gezwind, / Dalend over de groene weiden.
‘k Zie een engel, die daar gezwind, / Bij hun schaapkens de herders vindt.
Refrein
3 In een stal ligt dat Godd’lijk Kind, / Op wat stro moeten zijn leden spreien.
In een stal ligt dat Godd’lijk Kind, / Waar zijn moeder ‘t in doekjes windt.
Refrein
’t Was nacht in Beth’lems dreven
1 ‘t Was nacht in Beth’lems dreven, / Een schone, stille nacht
En trouwe herders bleven, / Bij hunne kudd’ op wacht.
En trouwe herders bleven, / Bij hunne kudd’ op wacht.
2 En ja, juist in die stonde, / In dezen zelfden nacht,
Werd hun, door eng’lenmonden, / Het blijde nieuws gebracht.
Werd hun, door eng’lenmonden, / Het blijde nieuws gebracht.
3 De Heiland is gekomen, / In Bethlems kleine stal,
Die voor miljoenen vromen, / Een herder wezen zal.
Die voor miljoenen vromen, / Een herder wezen zal.
Laat ieder het horen
1 Laat ieder het horen, / dat eens werd geboren,
de Redder der wereld, / de Heer van ’t heelal.
De engelen melden, in Efratha’s velden,/ dat Hij werd geboren in Bethlehems stal.
Refrein: Komt, laten wij eren, de Here der Heren,
zo groot van ontferming en van gena.
Want Hij wil ons geven,
dicht bij Hem te leven.
De Heiland der wereld, halleluja!
2 En herders, zij kwamen / bij’n kribbe tesamen,
omringden eerbiedig het Kindeke teer. / De flonkerende sterre,
riep wijzen van verre;/ zij knielden ontroerd bij het Kindeke neer.
Refrein
Wij gaan met haast naar Bethlehem
1 Wij gaan met haast naar Bethlehem: / een Herder is geboren!
Wij zien daar in een kribbe Hem / die zoekt wat is verloren;
Een herder als lam zo klein, / een koning die een knecht wil zijn:
Hij roept, – maar wie zal horen?
2 Wij staan verbaasd in Bethlehem: / is dit de Goede Herder,
De koning die met luide stem / zou spreken: Volk, trek verder!
Trek verder uit de slavernij, / Trek verder, Ik, Ik maak u vrij!
Dit Lam, – is dit die Herder?
4 Wij staan beschaamd. In Bethlehem / Blijkt meer dan ooit tevoren:
de vrede is alleen aan Hem, / Die weerloos werd geboren.
Dit Lam heeft ons geopenbaard / Gods Rijk: een Koning zonder zwaard
wie horen wil, die horen!
Gedicht: Janny Gerritsen
Hoor de eng’len zingen d’eer
1 Hoor, de eng’len zingen d’eer / van de nieuwgeboren Heer
Vreed’ op aarde, ‘t is vervuld / God verzoent der mensen schuld.
Voegt uw stemmen in het koor / dat weerklinkt de hemel door
Zingt met algemene stem / voor het kind in Bethlehem
Hoor, de eng’len zingen d’eer / van de nieuwgeboren Heer.
3 Lof aan U die eeuwig leeft / op aarde vrede geeft
Gij die ons geworden zijt / taal en teken in de tijd
Al Uw glorie legt Gij af / ons tot redding uit het graf
Dat wij ongerept en rein / nieuwgeboren zouden zijn
Hoor, de eng’len zingen d’eer / van de nieuwgeboren Heer
Eerste Kerst (First Noël)
1 In het diepste van de nachtis het wonder geschied,
brak het licht door de heem’len klonk ’t engelen lied.
Aan de herders in het veld bij hun schaapjes op wacht;
is het eerst van de mensen de boodschap gebracht;
Now-ell, now-ell, now-ell, now-ell,
kom naar de koning van Israël
2 Zij keeken naar omhoog in de lucht blonk een ster;
zo hoog uit het oosten zo stralend van ver.
De aarde werd vervuld aan zijn hemelse licht
als een glimlach van God naar de mensen gericht.
Now-ell, now-ell, now-ell, now-ell,
kom naar de koning van Israël
3 En de ster die ging hun voor en zij boog naar noord-west
boven Betlhem scheen zij, daar kwam zij tot rust.
Daar bleef zij stille staan, scheen zij klaar als de dag
naar de plaats van de stal waar het Jezus kind lag
Now-ell, now-ell, now-ell, now-ell,
kom naar de koning van Israël
Engelkens door ’t luchtruim zwevend
1 Engelkens door ‘t luchtruim zwevend / Zongen zo blij zo wonderzacht
Van de Heer van dood en leven / Die er vrede op aarde bracht
Gloria in excelsis Deo / Gloria in excelsis Deo.
2 Zongen zo blij zo wonderklare / Van ‘t zoete kindeke, klein en teer
En de herderkens die er waren / Knielden bij de kribbe neer
Gloria in excelsis Deo / Gloria in excelsis Deo.
Muzikaal intermezzo Gert Stad
Komt, verwondert u hier, mensen
1 Komt, verwondert u hier, mensen / ziet, hoe dat u God bemint
ziet vervuld der zielen wensen / ziet dit nieuwgeboren kind.
Ziet, die ’t woord is, zonder spreken / ziet, die vorst is, zonder pracht
ziet, die ’t al is, in gebreken / ziet, die ’t licht is, in de nacht
ziet, die ’t goed is, dat zo zoet is / wordt verstoten, wordt veracht.
2 Ziet, hoe dat men met Hem handelt / hoe men Hem in doeken bindt
die met zijne godheid wandelt / op de vleugels van de wind.
Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden / zonder teken van verstand
die de hemel moet verblijden / die de kroon der wijsheid spant.
Ziet, hoe tere is de Here / die ‘t al draagt in zijne hand.
Geen wiegje als rustplaats
1 Geen wiegje als rustplaats, / maar een krib was ‘t weleer,
waar ‘t Kindeke Jezus / lei zijn hoofdje ter neer.
De sterren, zij keken van de hemel zo mooi,
naar het Kindeke Jezus, hoe hij sliep in het hooi.
2 Door ‘t loeien der koetjes / was het kindje ontwaakt,
maar daardoor werd ‘t kind / niet aan ‘t schreien gemaakt.
Heer Jezus, nu ziet Ge uit de hemel ter neer,
ik dank u, dat g’eens ook een kindje waart, Heer.
3 O, zegen de kind’ren / veraf en dichtbij,
Gij houdt van hen allen / evenveel als van mij.
Gij wilt, dat wij kind’ren, al zijn wij nog klein,
bij u in de hemel ook eens zullen zijn.
O Kindeke klein
1 O Kindeke klein, O Kindeke teer
Uit hoge hemel daalt Gij neer
Verlaat uw Vaders heerlijk huis
Wordt arm en hulploos
Draagt een kruis
O kindeke klein, O kindeke teer
2 O Kindeke klein, O Kindeke teer
Gij zijt onz´ uitverkoren Heer
Ik geef U heel het harte mijn
Ach, laat mij eeuwig bij u zijn
O Kindeke klein, O Kindeke teer
Sluiting: Conny Bakhuis
Midden in de winternacht
1 Midden in de winternacht, ging de hemel open,
die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen
Elke vogel zingt zijn lied, / herders waarom zingt gij niet
Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan
laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: / Christus is geboren!
4 Zie daar staat de morgen ster, stralend in het duister
want de dag is niet meer ver, bode van de luister
Die ons weldra op zal gaan, / herders blaast uw fluiten aan
Laat de bel bim-bam, laat de trom rom-bom
kere om, kere om, laat de bel-trom horen / Christus is geboren!
Stille Nacht, Heilige Nacht
1 Stille Nacht, Heilige Nacht / Davids Zoon, lang verwacht
die miljoenen eens zaligen zal / werd geboren in Bethlehems stal
Hij, der schepselen Heer / Hij, der schepselen Heer
2 Hulp’loos kind, heilig kind / dat zo trouw zondaars mint
Ook voor mij hebt G’ Uw rijkdom ontzegt / werd G’ in stro en in doeken gelegd
Leer m’ U danken daarvoor / Leer m’ U danken daarvoor
3 Stille Nacht, Heilige Nacht / Heil en vree wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld / Gods belofte wordt heerlijk vervuld
Amen! Gode zij eer / Amen! Gode zij eer
Ere zij God (staande)
Ere zij God, ere zij God
in de hoge, in de hoge, in de hoge!
Vrede op aarde, vrede op aarde
In de mensen een welbehagen.
Ere zij God in de hoge
Ere zij God in de hoge!
Vrede op aarde, vrede op aarde
vrede op aarde, vrede op aarde!
In de mensen, in de mensen een welbehagen
in de mensen een welbehagen, een welbehagen!
Ere zij God, ere zij God
in de hoge, in de hoge, in de hoge!
Vrede op aarde, vrede op aarde
In de mensen een welbehagen.
Amen, amen.
Wij wensen u
gezegende Kerstdagen
en een
voorspoedig Nieuwjaar
Na afloop van de samenzang is er glühwein (of warme chocomelk) met kerststol in het Jagershuis naast de kerk.
Geen reactie op “KERSTSAMENZANG zondagmiddag 17 december 2023”